HET *BOEK DERPSALMEN
PSALM 98.
De profeet vermaant de Joden alsook de heidenen, ja, alle creaturen, dat zij God zullen loven, vanwege Zijn goedertierenheid, Zijn waarheid, heil en verlossing door Christus.
EEN psalm.
Zingt 1den HEERE 2een nieuw lied, want Hij heeft wonderen gedaan; 3Zijn rechterhand en 4de arm Zijner heiligheid heeft Hem 5heil 6gegeven.
De 7HEERE heeft Zijn heil bekendgemaakt, Hij heeft 8Zijn gerechtigheid geopenbaard voor de ogen der heidenen.
9Hij is gedachtig geweest Zijner goedertierenheid en Zijner waarheid aan het huis Israëls; en 10al de einden der aarde hebben gezien het heil onzes Gods.
Juicht den HEERE, 11gij ganse aarde, roept uit van vreugde en zingt vrolijk en psalmzingt.
Psalmzingt den HEERE met de harp, met de harp en met de stem des gezangs,
Met trompetten en bazuingeklank; juicht voor het aangezicht 12des Konings, des HEEREN.
De zee 13bruise, met haar volheid, de wereld, met degenen die daarin wonen.
Dat de rivieren 14met de handen klappen, dat tegelijk de gebergten 15vreugde bedrijven,
Voor het aangezicht 16des HEEREN, want 17Hij komt om 18de aarde te richten; Hij zal de wereld richten 19in gerechtigheid, en de volken 20in alle rechtmatigheid.