HET BOEK VANJOB

HOOFDSTUK 25.

Bildad draagt Job Gods schrikkelijke majesteit voor, vs. 1, enz. Opdat hij zich niet rechtvaardige voor God, dewijl hij als anderen mensen onrein was, 4. En zelfs de hemelse lichten voor God hun schijnsel verliezen moeten, 5.

Bildad predikt Gods majesteit
1

TOEN antwoordde Bildad, de Suhiet, en zeide:

2

1Heerschappij en vreze zijn 2bij Hem; Hij 3maakt vrede in 4Zijn hoogten.

3

Is er een getal Zijner 5benden? En over wien staat Zijn 6licht niet op?

4

Hoe zou dan een mens arechtvaardig zijn bij God, en bhoe zou hij zuiver zijn die van een vrouw geboren is?

a Job 4:17, 18, 19; 15:14, 15, 16.
5

Zie, 7tot de maan toe, cen zij zal geen schijnsel geven; en de sterren zijn niet zuiver in Zijn ogen.

6

dHoeveel te min de 8mens, die een made is, en des mensen kind, dat een eworm is!