Kies lettertype
Kies lettergrootte
Uitlijning
Weergeven

Vergelijk uitgaven

Kopieer tekst

(Hellenbroek Uitgebreid Hoofdstuk 2)

Verzen

Opties
Klik op de tekst om te kopiëren

HOOFDSTUK 2 ©

VAN DE HEILIGE SCHRIFT

1

Vr. Wat verstaat u onder de Heilige Schrift?
Antw. Het beschreven Woord van God. Joh. 5:39. Onderzoekt de Schriften, want gij meent in dezelve het eeuwige leven te hebben, en die zijn het die van Mij getuigen. 2 Tim. 3:15. En dat gij van kinds af de heilige Schriften geweten hebt, die u wijs kunnen maken tot zaligheid, door het geloof hetwelk in Christus Jezus is.

2

Vr. Is er altijd een beschreven Woord geweest?
Antw. Nee; voor Mozes’ tijd was er een onbeschreven Woord.

3

Vr. Hoe maakte God dan toen Zijn Woord bekend?
Antw. Door mondelinge aanspraak en openbaringen aan de vaderen. Gen. 18:1. Daarna verscheen hem de HEERE aan de eikenbossen van Mamre, als hij in de deur der tent zat, toen de dag heet werd. Gen. 28:12. En hij droomde; en zie, een ladder was gesteld op de aarde, welker opperste aan den hemel raakte; en zie, de engelen Gods klommen daarbij op en neder.

4

Vr. Hoe bewaarden zij dat dan onder elkander?
Antw. Door overlevering van de vaderen aan de kinderen. Gen. 18:19. Want Ik heb hem gekend, opdat hij zijn kinderen en zijn huis na hem zou bevelen, en zij den weg des HEEREN houden, om te doen gerechtigheid en gericht; opdat de HEERE over Abraham brenge hetgeen Hij over hem gesproken heeft.

5

Vr. Waarom kon dat toen zo beter geschieden?
Antw. Omdat de mensen toen langer leefden, minder in getal waren, God Zich meermalen openbaarde, en satans listen minder waren.

6

Vr. Wie heeft de Heilige Schrift laten beschrijven?
Antw. God. 2 Tim. 3:16. Al de Schrift is van God ingegeven, en is nuttig tot lering, tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing die in de rechtvaardigheid is.

7

Vr. Door wie heeft Hij ze laten beschrijven?
Antw. Het Oude Testament door de profeten, het Nieuwe Testament door de evangelisten en apostelen. Ex. 17:14. Toen zeide de HEERE tot Mozes: Schrijf dit ter gedachtenis in een boek en leg het in de oren van Jozua, dat Ik de gedachtenis van Amalek geheel uitdelgen zal van onder den hemel. Openb. 1:19. Schrijf hetgeen gij gezien hebt, en hetgeen is, en hetgeen geschieden zal na dezen.

8

Vr. Door Wie zijn die in dat schrijven gedreven geweest?
Antw. Door de Heilige Geest. 2 Petr. 1:21. Want de profetie is voortijds niet voortgebracht door den wil eens mensen, maar de heilige mensen Gods, van den Heiligen Geest gedreven zijnde, hebben ze gesproken.

9

Vr. Hebben die dan in dat schrijven niet kunnen dwalen?
Antw. Nee; de Heilige Geest heeft hen in alle waarheid geleid. Joh. 16:13. Maar wanneer Die zal gekomen zijn, namelijk de Geest der waarheid, Hij zal u in al de waarheid leiden; want Hij zal van Zichzelven niet spreken, maar zo wat Hij zal gehoord hebben, zal Hij spreken, en de toekomende dingen zal Hij u verkondigen.

10

Vr. Hoeveel Testamenten zijn er in de Heilige Schrift?
Antw. Twee: het Oude en het Nieuwe Testament. 2 Kor. 3:14. Maar hun zinnen zijn verhard geworden. Want tot op den dag van heden blijft hetzelfde deksel in het lezen des Ouden Testaments, zonder ontdekt te worden, hetwelk door Christus tenietgedaan wordt. Hebr. 9:15. En daarom is Hij de Middelaar des Nieuwen Testaments, opdat, de dood daartussen gekomen zijnde tot verzoening der overtredingen die onder het eerste Testament waren, degenen die geroepen zijn, de beloftenis der eeuwige erve ontvangen zouden.

11

Vr. In welke taal is het Oude Testament beschreven?
Antw. In de Hebreeuwse, en enkele gedeelten in de Chaldeeuwse taal.

12

Vr. In welke taal is het Nieuwe Testament beschreven?
Antw. In de Griekse taal.

13

Vr. Is de gehele Heilige Schrift een Goddelijk boek?
Antw. Ja; omdat er dingen in zijn die van niemand dan van God kunnen zijn.

14

Vr. Welke dingen zijn dat?
Antw. Verborgenheden, als dat God drie-enig is, de schepping uit niet in zes dagen, dat Jezus God en mens is, de Middelaar, enz.; en profetieën, dat zijn voorzeggingen van toekomende zaken, op hun tijd en plaats precies vervuld.

15

Vr. Zijn de apocriefe boeken Gods Woord niet?
Antw. Nee; omdat er dingen in zijn die fabelachtig en met Gods Woord in strijd zijn; waarom zij door de Joodse kerk ook nooit voor Goddelijk erkend zijn, aan wie nochtans de woorden Gods waren toebetrouwd. Rom. 3:2.

16

Vr. Is de Heilige Schrift volmaakt of onvolmaakt?
Antw. Volmaakt. Ps. 19:8. De wet des HEEREN is volmaakt, bekerende de ziel; de getuigenis des HEEREN is gewis, den slechte wijsheid gevende.

17

Vr. Is er dan van de Heilige Schrift niets verloren of vervalst?
Antw. Nee; zij is nog zo geheel als zij ooit geweest is. Matth. 5:18. Want voorwaar zeg Ik u: Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet één jota noch één tittel van de Wet voorbijgaan, totdat het alles zal zijn geschied.

18

Vr. Moet men niet nog tradities of overleveringen van mensen bij de Heilige Schrift hebben?
Antw. Nee; de Heilige Schrift alleen is genoeg. Matth. 15:9. Tevergeefs eren zij Mij, lerende leringen die geboden van mensen zijn.

19

Vr. Is de Heilige Schrift duidelijk of onduidelijk?
Antw. Duidelijk, in die dingen die tot zaligheid nodig zijn. Ps. 119:105. Uw woord is een lamp voor mijn voet en een licht voor mijn pad.

20

Vr. Toch zegt Petrus dat er in de brieven van Paulus sommige dingen zwaar zijn om te verstaan. 2 Petr. 3:16.
Antw. De waarheid van een zaak kan wel duidelijk geopenbaard zijn, hoewel de zaak in zichzelf moeilijk om te begrijpen blijft; gelijk het is met alle verborgenheden, als Gods drie-eenheid, enz.

21

Vr. Mag en moet men ook de Heilige Schrift lezen?
Antw. Ja. Joh. 5:39. Onderzoekt de Schriften, want gij meent in dezelve het eeuwige leven te hebben, en die zijn het die van Mij getuigen.

22

Vr. Hoe moet dit onderzoek geschieden?
Antw. 1. In Gods vreze; Ps. 111:10. De vreze des HEEREN is het beginsel der wijsheid; allen die ze doen, hebben goed verstand; Zijn lof bestaat tot in der eeuwigheid. 2. Met een biddend hart; Ps. 119:18. Ontdek mijn ogen, dat ik aanschouwe de wonderen van Uw wet. 3. Eerbiedig; Jes. 66:5. Hoort des HEEREN woord, gij die voor Zijn woord beeft: Uw broeders, die u haten, die u verre afzonderen om Mijns Naams wil, zeggen: Dat de HEERE heerlijk worde. Doch Hij zal verschijnen tot ulieder vreugde, zij daarentegen zullen beschaamd worden. 4. Aandachtig en met een geestelijk oordeel. 1 Kor. 2:13. Dewelke wij ook spreken, niet met woorden die de menselijke wijsheid leert, maar met woorden die de Heilige Geest leert, geestelijke dingen met geestelijke samenvoegende.

NL EN

Log s.v.p. in om desgewenst uw persoonlijke omgeving binnen het programma te kunnen gebruiken. Als u nog geen login hebt, kunt u deze aanmaken door op ‘Account aanmaken’ te klikken.

Inloggen

Wachtwoord vergeten?

Vul s.v.p. onderstaand formulier in als u een account aan wilt maken, zodat u toegang krijgt tot uw persoonlijke omgeving binnen het programma.

Account aanmaken

Vul s.v.p. onderstaand formulier in om uw wachtwoord te resetten.

Wachtwoord wijzigen