Kies lettertype
Kies lettergrootte
Uitlijning
Weergeven

Vergelijk uitgaven

Kopieer tekst

(Datheen 81)

Verzen

Opties
Klik op de tekst om te kopiëren

Psalm 81

1 Zingt den Heere blij,
Die onz’ Sterkt’ is krachtig;
Verheugt u ook vrij
In God, Israël;
Bewijst Hem met spel
Prijs en eer aandachtig.
2 Zingt psalmen zeer goed,
En lieflijk om horen;
De tamboeren zoet,
Harpen bekwame,
En psalters t’zame,
Wilt met vreugd oorboren.
3 Op de nieuwe maan
Met bazuinen zinget,
En vrolijk voortaan
Der lovertenten
Jaarlijkse renten
Betaalt en volbringet.
4 Dit ’s in Israël
Een gebruik gewezen;
God en niemand el
Dit bevolen heeft,
En tot teken geeft
Zijns bonds hooggeprezen.
5 Zulks heeft Hij gedaan,
Als ’t volk uit den lande
Egypte gegaan
Is, daar ’t de talen
Hoorde verhalen,
Die ’t niet heeft verstanden.
1e Pauze
6 Haar lasten aldaar
Heeft Hij weggenomen;
Van de potten zwaar,
Lastig om dragen,
Zijn ze ontslagen,
En gans vrijgekomen.
7 Gij riept Mij daar aan,
En Ik, in uw lijden,
Heb u bijgestaan,
En verhoord in nood,
Als de donder groot
Mij dekte terzijden.
8 Ik proefd’ u voorwaar
Aan ’t twistwater klachtig,
En vond u daarnaar
Verhard van zinnen;
Doch Ik uit minnen
Sprak u aan eendrachtig:
9 Mijn volk, Mij toch hoort,
Mijn bond zal Ik maken
Met u van nu voort;
Wil Mij toch horen,
Open uw oren,
En wil Mijn woord smaken.
10 Maak u, Mijn volk vroed,
Generlei afgoden;
Genen dienst hen doet,
Wil ze niet eren,
Noch tot hen keren;
Want Ik heb ’t verboden.
11 Want Ik ben uw God,
Eeuwig en almachtig;
Dit land tot uw lot
Gaf Ik u goedig,
En trok u spoedig
Uit Egypte krachtig.
2e Pauze
12 Opent uwen mond
Zeer wijd onbeladen,
Ik zal hem terstond
Met goede spijze,
Naar Mijne wijze,
Rijkelijk verzaden.
13 ’t Volk dat Ik verkoos,
Is van ’t woord geweken;
Verstokt is ’t en boos;
Ik heb ’t gebeden;
’t Heeft toch Mijn reden
Ganselijk versteken.
14 Ik in toornigheid
Gaf ’t over met allen,
Zijner verstoktheid,
Om zelf zijn zaken
Voortaan te maken
Naar zijn welgevallen.
15 Och, of ’t volk rebel
Mij gehoorzaam ware;
En dat Israël
Ware gebleven
Op den pad even
Vast in ’t openbare!
16 Ik zou haast verdaan
Hebben zijn vijanden;
Mijn hand, sterk in ’t slaan,
Had bovenmaten
Haast die hem haten,
All’ gebracht te schanden.
17 Zijn vijanden al
Zouden druk bedrijven
En komen ten val;
Dat ze alt’zamen
Zouden met blamen
Eeuwig verdrukt blijven.
18 Tarw’ in overvloed
Had Ik hun gegeven,
En met honing zoet,
’t Welk vloeit uit stenen,
Gespijsd metenen
Had Ik z’ al haar leven.
NL EN

Log s.v.p. in om desgewenst uw persoonlijke omgeving binnen het programma te kunnen gebruiken. Als u nog geen login hebt, kunt u deze aanmaken door op ‘Account aanmaken’ te klikken.

Inloggen

Wachtwoord vergeten?

Vul s.v.p. onderstaand formulier in als u een account aan wilt maken, zodat u toegang krijgt tot uw persoonlijke omgeving binnen het programma.

Account aanmaken

Vul s.v.p. onderstaand formulier in om uw wachtwoord te resetten.

Wachtwoord wijzigen