Kies lettertype
Kies lettergrootte
Uitlijning
Weergeven

Vergelijk uitgaven

Kopieer tekst

(Datheen 144)

Verzen

Opties
Klik op de tekst om te kopiëren

Psalm 144

1 Geloofd zij God, mijn Troost tot allen tijden,
Die mijn handen zeer sterkelijk leert strijden,
Die mijn vingeren leert krijgen zo wel,
Wiens goedheid mij bewaart, en niemand el.
Hij is mijn Burcht, mijn Steen, mijn Heil alleine,
Mijn Schild, daarop ik betrouwe zeer reine;
Hij is ’t Die (spijt der vijanden geweld)
Dit volk onder mijn koninkrijke stelt.
2 Wat is toch, HEERE, de mens vol ellenden,
Dat Gij U tot hem goediglijk wilt wenden?
Wat heeft de mens met zijn kind’ren voor kracht,
Dat Gij, o Heer’, op hem wilt hebben acht?
De mense mag, als men ’t recht wil uitspreken,
Bij een niet met rechte zijn vergeleken;
Zijn dagen al, hoe heerlijk dat ze zijn,
Vergaan haast als ener schaduwe schijn.
3 Buig den hemel, wil toch, HEER’, nederkommen;
Sla de bergen, dat ze roken alommen;
Werp bliksem uit, verstrooi de bozen al;
Schiet Uw geschut los en breng ze ten val.
Wil mij de hand bieden, en mij bevrijden
Uit dit water, en uit dit grote lijden;
Van de bozen maak mij toch, Heere, kwijt,
Van de vreemde bastaarden nu ter tijd.
4 Hare mond spreekt leugenachtige dingen;
Veel valsheid met de handen zij volbringen.
Maar ik wil U, Heer’, zingen een nieuw lied,
Op mijn harp en psalter zonder verdriet.
Gij zijt de Heer’, Die daar behoedt en sparet
De koningen, en zeer vlijtig bewaret
Uwen knecht David voor de zwaarden fel,
Die over hem getrokken waren snel.
Pauze
5 Verlos mij, Heer’, bevrijd mij voor de handen
Der vreemden en der bastaarden vijanden;
Want hare mond spreekt steeds niet dan valsheid,
Haar handen werken ongerechtigheid.
Laat onz’ zonen jeugdig als jonge planten
Opwassen in sterkheid aan alle kanten;
Laat onz’ dochters als pilaren opgaan,
Die in der koningen schoon’ huizen staan.
6 Laat onz’ huizen zijn vol voorraad geprezen,
En onz’ schaapkens vermenigvuldigd wezen,
Met veel duizenden in zeer groot getal,
Ja, met tienduizenden hier overal.
Laat onz’ ossen sterk wezen om te trekken,
En wil geen schaad’ over ons toch verwekken;
Dat op onze straten geen klagen zij,
Geen ongeluk of verlies zij ons bij.
7 Wel dien volke denwelke God zulks gevet,
En in stilheid zo vredelijken levet;
Ja, gelukzalig is ’t volk in ’t gemein,
’t Welk den HEER’ houdt voor zijnen God allein.
NL EN

Log s.v.p. in om desgewenst uw persoonlijke omgeving binnen het programma te kunnen gebruiken. Als u nog geen login hebt, kunt u deze aanmaken door op ‘Account aanmaken’ te klikken.

Inloggen

Wachtwoord vergeten?

Vul s.v.p. onderstaand formulier in als u een account aan wilt maken, zodat u toegang krijgt tot uw persoonlijke omgeving binnen het programma.

Account aanmaken

Vul s.v.p. onderstaand formulier in om uw wachtwoord te resetten.

Wachtwoord wijzigen