Kies lettertype
Kies lettergrootte
Uitlijning
Weergeven

Vergelijk uitgaven

Kopieer tekst

(Statenvertaling Matthéüs Inleiding)

Verzen

Opties
Klik op de tekst om te kopiëren

HET HEILIG *EVANGELIE, naar de beschrijving van^MATTHÉÜS

INHOUD VAN DIT BOEK.

DE evangelist Mattheüs beschrijft in dit boek voornamelijk twee zaken: eerstelijk den Persoon van den MESSIAS en Middelaar JEZUS CHRISTUS, en daarna Zijn ambt, en hoe Hij hetzelve aangevangen, bediend en uitgericht heeft. Aangaande Zijn Persoon, dat Hij de ware Immanuël, waarachtig God en waar Mens is in één Persoon; en belangende Zijn menselijke natuur beschrijft hij Zijn geslacht, ontvangenis uit den Heiligen Geest en geboorte uit de maagd Maria, met Zijn Naam, hfdst. 1. Dat enige wijzen van het oosten, door een ster van Zijn geboorte onderricht zijnde, gekomen zijn om Hem te aanbidden; dat Herodes daarover bevreesd zijnde, al die jonge kinderen te Bethlehem van twee jaren en daaronder heeft laten vermoorden; doch dat CHRISTUS' ouders, van God vermaand zijnde, met dit Kind naar Egypte zijn ontvlucht, en met Hetzelve daarna gaan wonen te Nazareth, hfdst. 2. Aangaande Zijn ambt beschrijft hij hoe Hij tot hetzelve is voorbereid geweest, en hoe Hij hetzelve heeft uitgericht. Dat Johannes de Doper met zijn predicatiën Hem den weg heeft bereid, en Hem gedoopt, en dat God de Vader en de Heilige Geest Hem toen in dit ambt uit den hemel hebben ingehuldigd, hfdst. 3. Dat Hij door veertig dagen vasten en een geweldigen strijd tegen de verzoekingen des duivels daartoe verder is bereid. Dat Hij daarna Zijn ambt uitgevoerd en bediend heeft, zo in den staat Zijner vernedering als in den staat Zijner verhoging. Dat Hij in den staat Zijner vernedering bediend heeft eerst Zijn Profetisch ambt, en te dien einde van Nazareth is gaan wonen te Kapernaüm, lerende in de synagogen van Galilea, en Zijn leer met wonderwerken bevestigende, hfdst. 4. En beschrijft een treffelijke predicatie door Hem op den berg gedaan, in welke Hij aanwijst de gelukzaligheid Zijner discipelen, zuivert de wet van de valse uitleggingen der farizeeën, hfdst. 5. Leert hoe men aalmoezen moet geven en bidden, en niet te zeer bekommerd wezen voor het tijdelijk onderhoud, hfdst. 6. Zijn naaste niet moet oordelen, zich wachten moet voor de valse profeten, en het Woord Gods niet alleen horen, maar ook bewaren, hfdst. 7. Dat Hij melaatsen heeft gereinigd, kranken genezen, onweder gestild en duivelen uitgeworpen, hfdst. 8. Dat Hij een geraakte heeft genezen, Mattheüs van den tol tot een apostel beroepen, een vrouw van het bloedvloeien verlost, een dochtertje van de doden verwekt, een stommen duivel uitgeworpen, hfdst. 9. Dat Hij de twaalf apostelen vooruit heeft gezonden om te prediken, met macht om de onreine geesten uit te werpen, en met last hoe zij zich daarin zullen gedragen, hfdst. 10. Dat Hij van Johannes den Doper, als hij aan Hem twee discipelen gezonden had, een treffelijke getuigenis heeft gegeven; de steden die het Evangelie niet aannamen, zeer zware straffen dreigt; en tot Zich noodt alle bezwaarde zondaren, hfdst. 11. Dat Hij Zijn discipelen op den sabbat aren plukkende, heeft verantwoord; de lagen der farizeeën ontweken is; een blinden en doven duivel heeft uitgeworpen; de farizeeën heeft overtuigd van de zonde tegen den Heiligen Geest, hun de eeuwige straf verkondigd, en geleerd wie Zijn rechte moeder, broeder en zuster is, hfdst. 12. Dat Hij de gesteldheid van Zijn gemeente alhier beschreven heeft door verscheidene gelijkenissen, van een zaaier, mosterdzaad, verborgen schat, koopman en visnet; dat Hij in Zijn vaderland is gekomen, waar Hij niet geacht werd, hfdst. 13. Verhaalt de gevangenis en den dood van Johannes den Doper; en hoe CHRISTUS vijfduizend mensen heeft gespijzigd met vijf broden en twee vissen; op het water heeft gewandeld, het onweder heeft gestild, en vele kranken in het land van Gennesaret genezen, hfdst. 14. Zijn discipelen met ongewassen handen etende, verantwoord, lerende wat het is dat den mens waarlijk ontreinigt; dat Hij de dochter van een Kananese vrouw verlost heeft van een onreinen geest, en vierduizend mannen verzadigd met zeven broden en weinige vissen, hfdst. 15. Dat Hij de farizeeën bestraft heeft over het eisen van een teken, en Zijn discipelen voor hun zuurdesem gewaarschuwd; dat Petrus van Hem een treffelijke belijdenis heeft gedaan, dien Hij de sleutelen des hemelrijks belooft; dat CHRISTUS Zijn lijden en dood, alsook Zijn opstanding en toekomst in Zijn heerlijkheid heeft voorzegd, hfdst. 16. Dat Hij op den berg een proeve Zijner heerlijkheid betoond heeft voor drie discipelen, en geleerd dat Johannes de Doper was die Elia die komen zou; een maanzieke heeft genezen, Zijn dood en opstanding wederom voorzegd, en schatting betaald, hfdst. 17. Dat Hij Zijn discipelen vermaand heeft tot nederigheid; dat zij ergernis moeten mijden, de kwade lusten tegenstaan, de kleinen niet verachten, door een gelijkenis van een verloren schaap; hoe men een broeder die gezondigd heeft, moet vermanen, en hem zijn misdaad vergeven, met een gelijkenis van een koning die zijn dienstknecht tienduizend talenten kwijtschold, hfdst. 18. Dat men zijn huisvrouw niet moet verlaten dan om hoererij; leert wien het huwelijk nodig is; zegent de kleine kinderen; wijst een jongeling aan wat hij doen moet, zo hij het eeuwige leven door zichzelven wil verkrijgen; hoe zwaarlijk de rijken kunnen zalig worden; en wat loon degenen hebben zullen die alles om Zijnentwil verlaten, hfdst. 19. Dat Hij door een gelijkenis van arbeiders gehuurd in den wijngaard leert dat het loon van God uit genade wordt gegeven; Zijn lijden voorzegt; de moeder der zonen van Zebedeüs bestraft over haar eergierig verzoek, en Zijn apostelen vermaant dat zij niet moeten staan naar hoogheid; twee blinden ziende maakt, hfdst. 20. Dat Hij Zijn Koninklijken ingang doet binnen Jeruzalem; vervloekt een onvruchtbaren vijgenboom; disputeert in den tempel met de priesters over Zijn autoriteit en Persoon, hfdst. 21. Door een gelijkenis van de genoden ter bruiloft leert dat in de uiterlijke gemeente altijd huichelaars zijn, en dat de ware lidmaten met het geloof als met een bruiloftskleed moeten aangedaan zijn. Dat men den keizer cijns moet betalen; dat men na de opstanding niet trouwen zal; dat de wet Gods summierlijk bestaat in God en zijn naaste lief te hebben; dat Hij niet alleen een Zoon, maar ook een Heere van David is, hfdst. 22. Waarschuwt Zijn discipelen voor de farizeeën, dat zij wel aannemen moeten hetgeen zij uit Mozes en de Profeten leren, maar hun hovaardigheid en geveinsdheid niet navolgen, noch hun valse leer aanhangen; en verkondigt denzelven het eeuwige wee, zo om hun geveinsdheid als om hun moorddadigheid, hfdst. 23. Voorzegt de verwoesting van den tempel en de stad van Jeruzalem, met de tekenen die dezelve, alsook Zijn tweede toekomst, zullen voorgaan; en vermaant tot waken en bidden, hfdst. 24. Door gelijkenissen van tien maagden die de komst des bruidegoms verwachtten, en van de dienstknechten dien de heer talenten had uitgedeeld om daarmede winst te doen, en beschrijft Zijn laatste toekomst ten oordeel, hfdst. 25. Dat Hij Zijn lijden, dat nu aanstaande was, wederom voorzegt; dat de oversten raad hielden om Hem te vangen, met welke Judas handelt om Hem over te leveren; dat Hij den verrader bij Zijn discipelen ontdekt; het pascha eet met Zijn discipelen, en in deszelfs plaats instelt het Heilig Avondmaal; voorzegt de vlucht der discipelen en Petrus' verzaking. Hoe Hij Zijn lijden aanvangt in het hofken met grote benauwdheid en bidden; hoe Hij verraden wordt en gevangen; tot Kajafas gebonden geleid, onderzocht en ter dood veroordeeld; hoe Petrus Hem driemaal verzaakt, hfdst. 26. Dat Judas berouw krijgt en zichzelven verhangt. Dat CHRISTUS tot Pilatus wordt gebracht, die tevergeefs Hem zoekt te behouden, en eindelijk Hem overlevert om gekruist te worden, nadat Hij bespot en gegeseld was; dat Hij Zijn kruis dragende, geleid wordt buiten de stad, alwaar Hem Zijn klederen worden uitgetrokken en het lot daarover geworpen, en genageld aan het kruis met twee moordenaars, sterft, door vele wondertekenen betonende wie Hij was; en begraven wordt, hfdst. 27. Dat Hij ten derden dage weder opstaat van de doden, en aan enige vrouwen en aan Zijn discipelen Zichzelven weder levend heeft getoond; welken Hij belast het Evangelie te prediken door de gehele wereld, hfdst. 28.

NL EN

Log s.v.p. in om desgewenst uw persoonlijke omgeving binnen het programma te kunnen gebruiken. Als u nog geen login hebt, kunt u deze aanmaken door op ‘Account aanmaken’ te klikken.

Inloggen

Wachtwoord vergeten?

Vul s.v.p. onderstaand formulier in als u een account aan wilt maken, zodat u toegang krijgt tot uw persoonlijke omgeving binnen het programma.

Account aanmaken

Vul s.v.p. onderstaand formulier in om uw wachtwoord te resetten.

Wachtwoord wijzigen