HET *BOEK DERPSALMEN
PSALM 2.
Profetie van het Koninkrijk van den Messias, onzen Heere Jezus Christus; met een ernstig bevel aan de koningen en regenten der aarde, dat zij zich dezen Koning met gehoorzaamheid zullen onderwerpen.
WAAROMa 1woeden de 2heidenen, en bedenken de volken 3ijdelheid?
De koningen der aarde stellen zich op, en de 4vorsten beraadslagen tezamen, tegen den HEERE en tegen Zijn 5Gezalfde, zeggende:
Laat ons 6Hun banden 7verscheuren en Hun touwen van ons werpen.
Die in den hemel 8woont, zal 9lachen; de Heere zal hen bespotten.
10Dan zal Hij tot hen spreken in Zijn toorn, en in Zijn 11grimmigheid zal Hij hen verschrikken.
12Ik toch heb Mijn Koning 13gezalfd over Sion, den 14berg Mijner heiligheid.
15Ik zal 16van het 17besluit verhalen: de HEERE heeft tot Mij gezegd: bGij zijt Mijn Zoon, 18heden heb Ik U gegenereerd.
dGij zult hen verpletteren met een ijzeren 21scepter, Gij zult hen 22in stukken slaan als een 23pottenbakkersvat.
Nu dan, gij koningen, handelt verstandiglijk; laat u 24tuchtigen, gij rechters der aarde.
Dient den HEERE met 25vreze, en 26verheugt u met beving.
27Kust den Zoon, opdat Hij niet toorne, en gij op den 28weg vergaat, wanneer Zijn toorn maar 29een weinig zou ontbranden. eWelgelukzalig zijn allen die op Hem betrouwen.