HET *BOEK DERPSALMEN
PSALM 131.
David betuigt zijn ootmoedigheid, vermanende de kerke Gods tot vertrouwen op God.
EEN1 lied Hammaäloth, van David.
O HEERE, amijn hart is niet 2verheven en bmijn ogen zijn niet hoog; ook heb ik niet gewandeld in dingen mij te groot en 3te wonderlijk.
4Zo ik mijn ziel niet heb gezet en stilgehouden, gelijk een gespeend kind bij zijn moeder! Mijn ziel is 5als een gespeend kind in mij.
6Israël hope op den HEERE, van nu aan tot in der eeuwigheid.