HET *BOEK DERPSALMEN
PSALM 126.
De gemeente dankt God voor haar wonderbare verlossing uit de Babylonische gevangenis, biddende dat Hij Zijn werk volbrengen wil.
EEN 1lied Hammaäloth.
Als de HEERE 2de gevangenen Sions 3wederbracht, 4waren wij gelijk degenen die dromen.
aToen werd onze mond vervuld met lachen, en onze tong 5met gejuich; toen zeide men onder de heidenen: De HEERE heeft grote dingen 6aan 7dezen gedaan.
De HEERE heeft grote dingen bij ons gedaan; dies zijn wij verblijd.
O HEERE, 8wend onze gevangenis, 9gelijk waterstromen 10in het zuiden.
11Die met tranen zaaien, zullen met gejuich maaien.
Die 12het zaad draagt 13dat men zaaien zal, 14gaat al gaande en wenende; maar voorzeker zal hij met gejuich wederkomen, dragende zijn schoven.