HET *BOEK DERPSALMEN

PSALM 124.

De profeet roemt de grote weldaad Gods aan Zijn gemeente bewezen, haar verlossende uit het merkelijk gevaar harer machtige vijanden.

Hulp in benauwdheid
1

EEN1 lied Hammaäloth, van David.
Tenware de HEERE, Die bij ons geweest is2, zegge nu Israël,

2

Tenware de HEERE, Die bij ons geweest is, als de mensen tegen ons opstonden;

3

Toen zouden zij ons levend verslonden hebben, als hun toorn tegen ons ontstak;

4

Toen zouden ons 3de wateren overlopen hebben, een stroom zou 4over onze ziel 5gegaan zijn;

5

Toen zouden 6de stoute wateren over onze ziel gegaan zijn.

6

De HEERE zij geloofd, Die ons in hun tanden niet heeft overgegeven tot een roof.

7

aOnze ziel is ontkomen als een vogel uit den strik der vogelvangers; 7de strik is gebroken, en wij zijn ontkomen.

8

bOnze hulp 8is 9in den Naam des HEEREN, Die hemel en aarde gemaakt heeft.