HET *BOEK DERPSALMEN

PSALM 121.

De profeet beschrijft zijn vast vertrouwen op den Heere, Die hem bewaarde voor alle kwaad.

De Bewaarder Israëls
1

EEN1 lied Hammaäloth.
Ik hef mijn ogen op 2naar de bergen, vanwaar mijn hulp komen zal.

2

3Mijn hulp is van den HEERE, Die hemel en aarde gemaakt heeft.

3

4Hij zal uw voet niet laten wankelen; 5uw Bewaarder zal niet sluimeren.

4

Zie, de Bewaarder Israëls zal niet sluimeren, noch slapen.

5

De HEERE is uw Bewaarder, de HEERE is 6uw Schaduw aan uw rechterhand.

6

De 7zon zal u des daags niet 8steken, noch de maan des nachts.

7

9De HEERE zal u bewaren van alle kwaad, uw ziel zal Hij bewaren.

8

De HEERE 10zal uw uitgang en uw ingang bewaren, van nu aan tot in der eeuwigheid.