HET BOEK VANJOB
HOOFDSTUK 25.
Bildad draagt Job Gods schrikkelijke majesteit voor, vs. 1, enz. Opdat hij zich niet rechtvaardige voor God, dewijl hij als anderen mensen onrein was, 4. En zelfs de hemelse lichten voor God hun schijnsel verliezen moeten, 5.
TOEN antwoordde Bildad, de Suhiet, en zeide:
1Heerschappij en vreze zijn 2bij Hem; Hij 3maakt vrede in 4Zijn hoogten.
Is er een getal Zijner 5benden? En over wien staat Zijn 6licht niet op?
Zie, 7tot de maan toe, cen zij zal geen schijnsel geven; en de sterren zijn niet zuiver in Zijn ogen.