HET *BOEK DERPSALMEN

PSALM 84.

De profeet geeft zijns harten droefenis te kennen, omdat hij bij de vergadering der gelovigen niet mocht wezen, verklarende de gelukzaligheid dergenen wien zulks mocht gebeuren; wensende en biddende daar wederom te mogen verschijnen.

Het lied van Gods pelgrims
1

VOOR 1den opperzangmeester, op de 1Gittith; een psalm 1voor de kinderen van Korach.

2

Hoe lieflijk zijn 2Uw woningen, o HEERE der heirscharen!

3

aMijn ziel is begerig 3en bezwijkt ook van verlangen naar 4de voorhoven des HEEREN; 5mijn hart en mijn vlees roepen uit tot den levenden God.

4

Zelfs vindt de mus een huis, en de zwaluw een nest voor zich, waar zij haar jonkskens legt, 6bij Uw altaren, HEERE der heirscharen, mijn Koning en mijn God.

5

Welgelukzalig zijn zij die in Uw huis 7wonen; zij prijzen U 8gestadiglijk. 9Sela.

6

Welgelukzalig is de mens wiens sterkte in U is, 10in welker hart de gebaande wegen zijn.

7

Als zij door 11het dal 12der moerbeziebomen doorgaan, 13stellen zij Hem tot een Fontein; ook zal de regen hen 14gans rijkelijk overdekken.

8

15Zij gaan van kracht tot kracht, een iegelijk van hen zal verschijnen voor God 16in Sion.

9

HEERE, God der heirscharen, hoor mijn gebed; neem het ter ore, o God Jakobs. Sela.

10

O God, 17ons Schild, 18zie; en aanschouw 19het aangezicht 20Uws gezalfden.

11

Want één dag in Uw 21voorhoven is beter dan duizend 22elders; ik koos liever 23aan den dorpel in het huis mijns Gods te wezen, dan lang te wonen in 24de tenten der goddeloosheid.

12

Want God de HEERE 25is een Zon en Schild; de HEERE zal genade en ere geven; 26Hij zal het goede niet onthouden dengenen die in oprechtheid wandelen.

13

HEERE der heirscharen, bwelgelukzalig is de mens die op U vertrouwt.