HET *BOEK DERPSALMEN

PSALM 82.

De psalmist getuigt, dat God in het gericht presideert. En hij vermaant de rechters van hun ambt, bestraffende hun onverstand en onachtzaamheid; met dreiging van straf.

Roeping der rechters
1

EEN 1psalm van Asaf.
God 2staat 3in de vergadering Godes, 4Hij oordeelt 5in het midden der goden.

2

6Hoelang zult gijlieden onrecht oordelen, en 7het aangezicht der goddelozen aannemen? Sela.

3

8Doet recht den arme en den wees, 9rechtvaardigt den verdrukte en den arme.

4

aVerlost den arme en den behoeftige, rukt hem uit 10der goddelozen hand.

5

11Zij weten niet en verstaan niet, zij 12wandelen steeds in duisternis; 13dies wankelen alle fundamenten der aarde.

6

14Ik heb wel gezegd: Gij zijt goden, en gij zijt allen kinderen des Allerhoogsten;

7

15Nochtans zult gij sterven 16als een mens, en 17als een van de vorsten zult gij 18vallen.

8

Sta op, o God, 19oordeel het aardrijk; bwant 20Gij bezit alle natiën.