HET *BOEK DERPSALMEN

PSALM 45.

Een uitnemend profetisch bruiloftslied, bij gelegenheid van het huwelijk van Salomo met Farao's dochter, gedicht over het geestelijke huwelijk van den Bruidegom Jezus Christus met Zijn lieve bruid, de algemene kerk der Joden en heidenen.

Profetisch bruiloftslied
1

EEN 1onderwijzing, een 2lied der liefden, voor den 3opperzangmeester, onder de kinderen van Korach, op 4Schóschannim.

2

Mijn hart 5geeft 6een goede rede op; ik zeg mijn 7gedichten uit van een Koning; mijn tong is een 8pen eens vaardigen schrijvers.

3

Gij zijt veel schoner dan de 9mensenkinderen; 10genade is uitgestort in Uw lippen; 11daarom heeft U God gezegend in eeuwigheid.

4

Gord Uw zwaard aan de heup, o Held, 12Uw majesteit en Uw heerlijkheid.

5

En 13rijd voorspoediglijk in Uw heerlijkheid, 14op het 15Woord der waarheid en 16rechtvaardige zachtmoedigheid; en Uw rechterhand zal U 17vreselijke dingen leren.

6

Uw 18pijlen zijn scherp, volken zullen onder U vallen; zij 19treffen in het hart van des Konings vijanden.

7

aUw troon, o 20God, is eeuwiglijk en altoos; de scepter Uws Koninkrijks is een scepter der 21rechtmatigheid.

8

Gij hebt gerechtigheid lief en haat goddeloosheid; 22daarom heeft U, o God, 23Uw God gezalfd met 24vreugdeolie boven Uw 25medegenoten.

9

Al Uw klederen 26zijn mirre en aloë en kassie; uit de 27elpenbenen 28paleizen, 29vanwaar zij U verblijden.

10

Dochters van koningen zijn onder Uw 30kostelijke staatdochteren; de 31koningin staat aan Uw rechterhand, in het fijnste goud van 32Ofir.

11

Hoor, 33o dochter, en zie, en neig uw oor; en 34vergeet uw volk en uws vaders huis.

12

Zo zal de Koning lust hebben aan uw 35schoonheid; dewijl Hij uw Heere is, zo 36buig u voor Hem neder.

13

En de 37dochter van 38Tyrus, de rijken onder het volk, zullen uw aangezicht bmet geschenk 39smeken.

14

Des Konings dochter is geheel verheerlijkt 40inwendig; haar kleding is van gouden 41borduursel.

15

In gestikte klederen zal zij tot den Koning geleid worden; de jongedochters die achter haar zijn, haar metgezellinnen, zullen tot U gebracht worden.

16

Zij zullen geleid worden met 42alle blijdschap en verheuging, zij zullen ingaan in des Konings paleis.

17

In plaats van 43Uw vaderen zullen Uw zonen zijn; Gij zult hen tot 44vorsten zetten over de ganse aarde.

18

Ik zal Uws Naams doen gedenken 45van elk geslacht tot geslacht; daarom zullen U de volken loven, eeuwiglijk en altoos.