DE PROFEETJESAJA
HOOFDSTUK 35.
Grote vreugd aller creaturen met Gods kerk over de verlossing door Christus, vs. 1, enz. Vermaning aan de leraars, dat zij de verslagenen van gemoed hiermede troosten zouden, 3. Wonderen die de Messias doen zou, 5. Verder verhaal van den stand en vrede van het volk des Heeren, 8.
DE1 woestijn en 2de dorre plaatsen zullen 3hierover vrolijk zijn, en de wildernis zal zich verheugen en zal bloeien als een roos.
4Zij zal lustig bloeien en zich verheugen, ja, met verheuging en juichen; 5de heerlijkheid van Libanon is haar gegeven, het sieraad van Karmel en Saron; 6zij zullen zien de heerlijkheid des HEEREN, het sieraad onzes Gods.
a7Versterkt de slappe handen, en stelt 8de struikelende knieën vast.
Zegt 9den onbedachtzamen van hart: Weest sterk, vreest niet; zie, 10ulieder God zal 11ter wrake komen met de vergelding Gods; Hij zal komen en ulieden 12verlossen.
13Alsdan zullen bder blinden ogen opengedaan worden, en cder doven oren zullen geopend worden.
En het dorre land zal tot staand water worden, en het dorstige land tot springaders der wateren; in de woning der draken, 16waar zij gelegen hebben, 17zal gras met riet en biezen zijn.
En 18aldaar zal een verheven baan en een weg zijn, welke de heilige weg zal genaamd worden; 19de onreine zal daar niet doorgaan, maar 20hij zal 21voor dezen zijn; die dezen weg 22wandelt, zelfs 23de dwazen 24zullen niet dwalen.
25Er zal geen leeuw zijn, en 26geen verscheurend gedierte zal daarop komen, noch aldaar gevonden worden; maar de verlosten zullen daarop wandelen.
En 27de vrijgekochten des HEEREN 28zullen wederkeren en 29tot Sion komen met gejuich, en eeuwige blijdschap zal op hun hoofd wezen; gvrolijkheid en blijdschap zullen zij 30verkrijgen, maar droefenis en zuchting zullen wegvlieden.