DE PROFEETJESAJA
HOOFDSTUK 12.
Een dankzegging, die de Christenen doen zouden voor de verlossing hun in Christus bewezen, zich over dezelve hartelijk verblijdende.
EN 1te dienzelven dage zult 2gij zeggen: Ik dank U, HEERE, 3dat Gij toornig op mij geweest zijt, maar Uw toorn is afgekeerd, en Gij troost mij.
Zie, God is 4mijn Heil, ik zal vertrouwen en niet vrezen; want de HEERE HEERE 5is mijn Sterkte en 6Psalm, en Hij is mij tot Heil geworden.
13Psalmzingt 14den HEERE, want Hij heeft 15heerlijke dingen gedaan; zulks zij bekend op den gansen aardbodem.
Juich en zing vrolijk, 16gij inwoneres van Sion, 17want 18de Heilige Israëls 19is groot in het midden van u.