Verzen
DE apostel Jakobus, alzo hij dezen zendbrief geschreven heeft aan de gelovige verstrooide Joden, die de christelijke religie nu al geleerd en aangenomen hadden, verhandelt hier niet zozeer de hoofdstukken der christelijke leer, gelijk wel anderen doen, maar overmits sommigen onder hen door de zware vervolging begonnen te verflauwen, en ook enigen onder hen het christengeloof niet recht beleefden, zo is zijn voornaamste oogmerk in dezen zendbrief, eensdeels hen te vertroosten en te versterken tegen de vervolgingen en verdrukkingen; en eensdeels hen te vermanen dat zij bij de belijdenis des geloofs moeten voegen een godzalig en christelijk leven. Tot welk einde hij, na het opschrift, eerstelijk hen vermaant tot lijdzaamheid in het kruis, hetwelk de belijdenis des geloofs gemeenlijk volgt, en leert wat vruchten daaruit voortkomen; dat de ware wijsheid van God komt en van Hem moet gebeden worden. Dat wanneer iemand tot zonde verzocht wordt, zulks van God niet komt, maar van zijn eigen begeerlijkheid; dat men Gods Woord niet alleen moet horen, maar ook doen; en waarin de ware religie bestaat, hfdst. 1. Daarna vermaant hij dat men den persoon des rijken niet moet aanzien tot verachting der armen; en leert dat het geloof, waardoor wij gerechtvaardigd en zalig worden, vergezelschapt moet zijn met goede werken, en daardoor betoont een waar en levend geloof te zijn, hfdst. 2. Voorts in het bijzonder bestraft hij degenen die lichtvaardiglijk anderen willen leren en bestraffen; vermaant de tong te bedwingen, aanwijzende het kwaad en recht gebruik derzelve. En leert dat de rechte wijsheid bestaat in zachtmoedigheid en vreedzaamheid, en in het afleggen van nijdigheid en twist, hfdst. 3. Daarbij vermaant hij hen ernstiglijk te vlieden de kwade begeerlijkheden, aanwijzende de schadelijke vruchten derzelve; zich te vernederen en van harte te bekeren, en niet kwalijk van elkander te spreken. Bestraft ook degenen die in hun voornemen om iets te doen, niet zien op de voorzienigheid Gods, hfdst. 4. Eindelijk dreigt hij zeer de rijken die hun rijkdommen misbruiken en de armen verongelijken, en vermaant de armen met vele redenen het ongelijk der rijken lijdzamelijk te verdragen; maant af van lichtvaardig eedzweren; leert den verdrukten en kranken wat zij tot hun troost moeten doen, en hoe men zich moet gedragen, beide in blijdschap en droefheid; alsook jegens degenen die van de waarheid afdwalen.
Notities:
Maak een account aan of log in
om meer functies te kunnen gebruiken.
Log s.v.p. in om desgewenst uw persoonlijke omgeving binnen het programma te kunnen gebruiken. Als u nog geen login hebt, kunt u deze aanmaken door op ‘Account aanmaken’ te klikken.
Vul s.v.p. onderstaand formulier in als u een account aan wilt maken, zodat u toegang krijgt tot uw persoonlijke omgeving binnen het programma.
Vul s.v.p. onderstaand formulier in om uw wachtwoord te resetten.