HET EERSTE BOEK VANMOZES,GENAAMDGENESIS
HOOFDSTUK 15.
Abram, kleinmoedig zijnde, wordt van God door een gezicht, en zeer heerlijke, zo geestelijke, als lichamelijke beloften gesterkt, en door het geloof gerechtvaardigd, vs. 1. God bevestigt Zijn verbond op een bijzondere wijze met Abram, hem voorzeggende en afbeeldende wat zijn zaad zou wedervaren, 9.
Toen zeide Abram: Heere HEERE, 3wat zult Gij mij geven, 4daar ik zonder kinderen heenga, en de 5bezorger van mijn huis is 6deze Damascener 7Eliëzer?
Voorts zeide Abram: Zie, mij hebt Gij geen 8zaad gegeven, en zie, 9de zoon van mijn huis 10zal mijn erfgenaam zijn.
En zie, het woord des HEEREN was tot hem, zeggende: 11Deze zal uw erfgenaam niet zijn; maar die 12uit uw lijf voortkomen zal, die zal uw erfgenaam zijn.
Toen leidde 13Hij 14hem 15uit naar buiten en zeide: Zie nu op naar den hemel en tel de sterren, indien gij ze tellen kunt; en Hij zeide tot hem: b16Zo zal uw zaad zijn.
Voorts zeide Hij tot hem: Ik ben de HEERE, Die u uitgeleid heb 20uit Ur der Chaldeeën dom u dit land te geven, om dat erfelijk te bezitten.
En hij zeide: Heere HEERE, waarbij zal ik weten, 21dat ik het erfelijk bezitten zal?
En Hij zeide tot hem: 22Neem Mij een driejarige vaars en een driejarige geit en een driejarigen ram, en een tortelduif en een jonge duif.
En hij bracht 23Hem al deze, en 24hij deelde ze middendoor, en hij legde 25elks deel tegenover het andere; maar het gevogelte deelde hij niet.
En het wild gevogelte kwam neder op het aas, maar Abram 26joeg het weg.
En het geschiedde als de zon was aan het ondergaan, zo viel een diepe slaap op Abram; en zie, een schrik en grote 27duisternis viel op hem.
hEn 35het vierde geslacht zal herwaarts wederkeren; want de ongerechtigheid 36der Amorieten 37is tot nog toe niet volkomen.
En het geschiedde dat de zon onderging en het duister werd; en zie, er was een 38rokende oven en 39vurige fakkel, die tussen die stukken 40doorging.
45Den Keniet, en den Keniziet, en den Kadmoniet,
En den Hethiet, en den Fereziet, en de 46Refaïeten,
En den Amoriet, en den Kanaäniet, en den Girgasiet en den Jebusiet.