Van de rechtvaardigmaking

Zo is dan God geen aannemer des persoons. Want God is niet alleen een God der Joden, maar ook der heidenen; nademaal Hij een enig God is, Die de besnijdenis rechtvaardigen zal uit het geloof, en de voorhuid door het geloof. Want door het geloof worden wij gerechtvaardigd, zonder de werken der wet. Gelijk ook David den mens zalig spreekt, welken God de rechtvaardigheid toerekent zonder werken, zeggende: Welgelukzalig is hij wiens overtreding vergeven, wiens zonde bedekt is. Welgelukzalig is de mens dien de Heere de ongerechtigheid niet toerekent.