HET *BOEK DERPSALMEN

PSALM 70.

David bidt God om haastige hulp, beschaming zijner trotse vijanden en vreugde der vromen, tot grootmaking van Zijn heiligen Naam.


Bede om spoedige hulp

1EEN psalm van David, 1voor den opperzangmeester; 2om te doen gedenken.

1Zie Ps. 4 op vers 1.

2Zie Ps. 38 op vers 1.

2a3Haast U, o God, om mij te verlossen, o HEERE, tot mijn hulp.

3Vgl. dezen psalm met den 40sten, van vers 14 af tot het einde toe, alwaar bijkans dezelfde woorden gevonden worden. Zie de aantt. aldaar.

a Ps. 40:14.

3bLaat hen beschaamd en schaamrood worden, die mijn ziel zoeken; laat hen achterwaarts gedreven en te schande worden, die lust hebben aan mijn kwaad.

b Ps. 35:4, 26; 71:13.

4Laat hen terugkeren tot loon hunner beschaming, die daar zeggen: Ha, ha!

5Laat in U vrolijk en verblijd zijn allen die U zoeken; laat de liefhebbers Uws heils geduriglijk zeggen: God zij grootgemaakt.

6Doch ik ben ellendig en nooddruftig; o God, haast U tot mij; Gij zijt mijn Hulp en mijn Bevrijder; HEERE, vertoef niet.