HET *BOEK DERPSALMEN

PSALM 133.

David roemt zeer hoog de broederlijke gemeenschap der gelovigen.


De gemeenschap der heiligen

1EEN1 lied Hammaäloth, van David.
Zie, hoe goed en hoe lieflijk is het, dat 2broeders ook 3tezamen wonen.

1Zie de aant. Ps. 120 op vers 1.

2Onder het woord broeders worden niet alleen verstaan vleselijke broeders, maar ook degenen die in een gelijke bediening en ambt staan; ja, al degenen die dagelijks een en denzelfden Vader, Die in den hemel is, aanroepen. Zie Ps. 122, de aant. op vers 8. Het is zoveel alsof de profeet hier zeide: De eendrachtigheid onder alle mensen is lieflijk en aangenaam, maar inzonderheid die die onder de broeders is.

3Te weten in eendracht en liefde, zo in de religie, als in de regering en den dagelijksen omgang.

24Het is gelijk 5de kostelijke olie op het hoofd, nederdalende op den baard, den baard van Aäron, die nederdaalt tot op den 6zoom 7zijner klederen.

4Alsof hij zeide: Zulke vrede en eendrachtigheid mag met recht vergeleken worden bij de welriekende zalf van Aäron en bij den vruchtbaren dauw. Van de zalf, olie of balsem, waarmede Aäron en zijn navolgers zijn gezalfd en ingewijd geworden, zie Ex. 29:7; 30:23, 25-30.

5Hebr. de goede.

6Hebr. mond. Hij spreekt van den boord of zoom van den mantel des efods; doch sommigen verstaan hier door den mond den kraag of het hoofdgat van den efod. Zie Exodus 28; 39.

7Te weten van zijn heilige hogepriesterlijke klederen, van dewelke te lezen is Exodus 28.

3Het is gelijk de dauw van 8Hermon, 9en die nederdaalt op 10de bergen van Sion, want de HEERE 11gebiedt 12aldaar den zegen, en 13het leven tot in der eeuwigheid.

8Zie van den berg Hermon Deut. 3:8. Ps. 29:6. Hoogl. 4:8.

9Dit woordje dient hierbij; nog zou de rede voller en klaarder wezen, indien hierbij stond: en gelijk de dauw die nederdaalt op, enz. Hermon en Sion liggen ver van elkander, zodat de dauw van Hermon niet kan nederdalen op de bergen van Sion.

10Versta hier de bergen die omtrent den berg Sion of omtrent Jeruzalem liggen. Zie Ps. 125:2.

11Dat is, de Heere maakt dat bij zulk een eendrachtige verzameling van broeders zegen en leven is, Ps. 42:9. Zie ook Lev. 25:21. Deut. 28:8.

12Te weten waar broeders in enigheid bij elkander leven, vers 1.

13Te weten een lang gelukzalig leven. Versta hierbij: gebiedt de Heere. De profeet wil zeggen: Gelijk de dauw de bergen van Hermon en Sion, mitsgaders de omliggende landen, bevochtigt en vruchtbaar maakt, alzo zegent ook God de Heere en geeft een lang, ja, het eeuwige leven aan hen die in broederlijke liefde samenleven.