Psalm 87

1God heeft Zijn huis vast gegrondet met vrede,
Op de heil’ge bergen, die Hij bemint.
Tot Sions poorten is Hij meer gezind
Dan tot alle Jakobs schone woonsteden.

2Men hoort van u, o stad Gods hoogverheven,
Grote dingen; Egypte en Babel
Werden (spreekt God) onderwezen zo wel,
Dat zij tot Mijn volk werden aangeschreven.

3Tyriërs, Palestiners en de Moren
Zullen in Mijn Kerke voortgebracht zijn;
Men zal spreken, dat in dat Sion Mijn
Allerlei volk bijeen Mij werdt geboren.

4God zal Sion bouwen met Zijn hand krachtig;
Uit alle spraken Hij de Zijnen zal
Roepen; dan werdt gezeid van dezen al,
Dat z’ in Sion alt’zamen zijn woonachtig.

5Dies wilt nu openlijk en vrolijk zingen;
Op de bazuinen verkondigt Zijn eer.
In u, Sion, zal wezen (spreekt de HEER’)
Rijkdom en overvloed van alle dingen.