Artikel 4

CANONIEKE BOEKEN DER HEILIGE SCHRIFT

Wij vervatten de Heilige Schrift in twee Boeken, des Ouden en des Nieuwen Testaments, welke zijn canonieke boeken, waar niets tegen valt te zeggen. Deze worden aldus geteld in de Kerke Gods.

De boeken des Ouden Testaments: de vijf boeken van Mozes, te weten Genesis, Éxodus, Leviticus, Numeri, Deuteronomium; het boek van Jozua, der Richteren, Ruth, twee boeken van Samuël, en twee boeken der Koningen, twee boeken der Kronieken, genaamd Paralipomenon, het eerste van Ezra, Nehémia, Esther, Job, de Psalmen van David, drie boeken van Sálomo, namelijk de Spreuken, de Prediker, en het Hooglied; de vier grote profeten, Jesaja, Jeremía (met deszelfs Klaagliederen*), Ezechiël en Daniël, en voorts de andere twaalf kleine profeten, namelijk Hoséa, Joël, Amos, Obadja, Jona, Micha, Nahum, Hábakuk, Zefánja, Haggaï, Zacharía, Maleáchi.

Het Nieuwe Testament: de vier evangelisten, Matthéüs, Markus, Lukas, Johannes; de Handelingen der Apostelen, de veertien brieven van den apostel Paulus, te weten aan de Romeinen, twee aan de Korinthiërs, aan de Galaten, aan de Eféziërs, aan de Filippenzen, aan de Kolossenzen, twee aan de Thessalonicenzen, twee aan Timótheüs, aan Titus, aan Filémon, aan de Hebreeën; de zeven brieven der andere apostelen, te weten de brief van Jakobus, twee brieven van Petrus, drie van Johannes, de brief van Judas, en de Openbaring van den apostel Johannes.

* De Klaagliederen werden destijds niet afzonderlijk geteld, maar tot het boek Jeremía gerekend.