HOOFDSTUK 21.3.

1Vr. Wat zal er op dat oordeel volgen?
Antw. Het eeuwige leven of de eeuwige verdoemenis.

2Vr. Waar zal de verdoemenis zijn?
Antw. In de hel. Luk. 16:23. En de rijke stierf ook, en werd begraven. En als hij in de hel zijn ogen ophief, zijnde in de pijn, zag hij Abraham van verre, en Lázarus in zijn schoot.

3Vr. Hoe lang?
Antw. Eeuwig. Matth. 25:46. En dezen zullen gaan in de eeuwige pijn.

4Vr. Zal dan de verdoemenis niet maar een vernietiging zijn van de gehele mens, of met de tijd eindigen?
Antw. Nee; het zal een straf zijn van gevoel en zonder einde. Mark. 9:44. Waar hun worm niet sterft en het vuur niet uitgeblust wordt.

5Vr. Waar zal het eeuwige leven zijn?
Antw. In de hemel. Luk. 6:23. Verblijdt u in dien dag en zijt vrolijk; want zie, uw loon is groot in den hemel.

6Vr. Hoe lang?
Antw. Ook eeuwig. De rechtvaardigen zullen gaan in het eeuwige leven. Matth. 25:46.

7Vr. Waarin zal dat bestaan?
Antw. In een eeuwig genieten van God, met volmaaktheid en vreugde. Ps. 16:11. Gij zult Mij het pad des levens bekendmaken; verzadiging der vreugde is bij Uw aangezicht; lieflijkheden zijn in Uw rechterhand, eeuwiglijk.