GEBED NA HET ETEN

Alzo spreekt de HEERE in het vijfde boek van Mozes, Deut. 8:10, 11:

Als gij dan zult gegeten hebben en verzadigd zijn, zo zult gij den Heere uw God loven over dat goede land dat Hij u zal hebben gegeven.

Wacht u, dat gij den HEERE uw God niet vergeet, dat gij niet zoudt houden Zijn geboden en Zijn rechten en Zijn inzettingen, die ik u heden gebied.

Heere God, hemelse Vader, wij danken U voor al Uw weldaden, die wij zonder ophouden van Uw milde hand ontvangen; dat het Uw Goddelijke wil is ons te onderhouden in dit tijdelijke leven, en ons te verzorgen met al onze nooddruft; maar inzonderheid dat Gij ons wedergeboren hebt tot de hoop van een beter leven, hetwelk Gij ons geopenbaard hebt door Uw Heilig Evangelie.

Wij bidden U, barmhartige God en Vader, dat Gij niet toelaat dat onze harten hier in deze aardse en vergankelijke dingen zouden geworteld zijn; maar dat wij altijd mogen opwaarts zien ten hemel, verwachtende onzen Zaligmaker Jezus Christus, totdat Hij op de wolken verschijnen zal tot onze verlossing.

Onze Vader, Die in den hemelen zijt,

Uw Naam worde geheiligd.

Uw Koninkrijk kome.

Uw wil geschiede, gelijk in den hemel, alzo ook op de aarde.

Geef ons heden ons dagelijks brood.

En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onzen schuldenaren.

En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van den boze.

Want Uw is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid, in der eeuwigheid.

Amen.

Looft den HEERE, want Hij is goed; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid (Ps. 106:1).